De lucht boven het stationsplein hing als een vergeelde lampenkap, en daar, op die hoek waar altijd een wind waait die naar vet en verlangens ruikt, stond de zaak. Het bord flikkerde nauwelijks – alsof het zichzelf bij elkaar moest houden – maar binnen brandde alles: patat, kapsalon, döner, curry rol. Op het vergeelde menukaartje – dat we uit het hoofd kenden – las je de lijst van mogelijkheden als een psalmboek: patat klein 2,50 – shoarma schotel 9,50 – kapsalon groot 8,00 – curry rol 2,80. Elk getal was een belofte, elke regel een ritueel.
De scholieren kwamen als ganzen binnen, hun tassen als scheve vleugels achter zich aanslepend, hongerig en giechelend, en ze deden alsof ze alleen friet kwamen halen. Maar wij wisten beter. Er lag een heilige ernst in hun smoezelige muntjes en hun giechelende bestellingen, alsof dit de laatste maaltijd voor de trein was, en daarna niets meer.
Aan een van de tafels zat een vrouw, groot als een oceaan en getatoeëerd als een verhalenbundel. Ze nam een hap uit haar broodje kipburger en liet de saus langs haar arm druppen alsof het een bewuste daad van verleiding was. Ze glimlachte niet, ze hoefde niet. Ze was glimlach, ze was genot. Haar vlees voelde zich sexy en zei dat ook, zonder woorden.
En naast haar, of misschien tegenover haar, zat een man die het pleidooi van zijn leven hield. Zijn woorden gleden traag als knoflooksaus over karton. Hij sprak niet over gerecht of recht, maar over rechtvaardigheid, en dat hij het had, dat het hem toekwam, zoals een frikandel speciaal altijd drie streepjes saus moet hebben: mayo, ketchup, curry. Hij wilde gehoord worden, ook al luisterde niemand.
Buiten stond een oude man, die nog altijd beweerde dat het ongeluk tien jaar geleden was, maar als hij de reflectie in het raam zag, leek het alsof zijn wereld nog steeds op de kop stond. Hij nam een slok uit een flesje Fernandes en keek alsof suiker de enige waarheid was die hem restte.
Toen mijn vrouw Els zich ineens verhief, klom op de houten bank, en met haar armen breed boven de scholieren riep: “Dit is mijn kapsalon, dit is mijn vlees, eet hiervan allen!” – toen wist ik dat dit moment eeuwig zou blijven. Absurd, banaal, maar ook heilig. En ik voelde mijn hand langs de zij van een onbekende man glijden, zonder reden, zonder noodzaak, enkel omdat zijn warmte mij deed geloven dat alles hier, tussen patat en kebab, waar was.
De saus droop, de menukaart werd gelezen als een gedicht, de scholieren lachten, de dikke vrouw voelde zich een godin,...
Read moreNa 1 uur en 40 minuten gewacht te hebben deels een verkeerde bestelling gekregen, gebeld en krijg te horen druk.. kan en snap ik best maar nu als ik een nieuwe wou duurt het wel weer even. Na zo een tijd dus half uitgehongert. Komt er later een ander willen ze het verkeerde mee terug, die was ondertussen al weg, krijg je die andere ook niet! Begrijp me niet verkeerd het is normaal heel lekker, maar na zo een tijd wachten, verkeerde bestelling en een boze medewerker aan de lijn (als of het mijn schuld is) is de service heel ver te zoeken wat resulteerd dat dit voorlopig m'n laatste keer...
Read moreIt's not tasty. Just over-salted, overcooked meat with bread, fatty sauce and a little salad. No variety of ingredients, no other vegetables except salad. I don't understand who...
Read more