Het slot Zeist is bekend in Nederland en ook bij mij. Veel daarvan is horen van naam. Als je in Slot Zeist wat deed, dus trouwen, een feestvieren, vergadering of conferentie bijwonen, er is er genoeg te doen, want vanwege inkomsten verhuurd men het slot overal voor, maar dan klonk het voor mij altijd als een luxe aangelegenheid. Dat is nou eenmaal zo, is ooit is tegen je gezegd en tussen de oren blijven zitten. Naar slot Seist gaan is duur en luxe. Het is niet helemaal onwaar, het is een mooi slot met heel mooie vertrekken, vroeger waarschijnlijk anders bedoeld, nu mooie conferentiezalen, congres, vergaderzalen, feest en festiviteitenzalen, je komt niet in een achteraf dorpsfeestzaaltje, nee het is echt mooi, exclusief en luxe. In 1632 begint het zo'n beetje. Willem Adriaan werd in dit jaar geboren als kleinzoon van prins Maurits. Als graaf van Nassau-Odijk bekend als eerste vrijheer van Zeist en bouwer van het slot. Willem Adriaan kocht de ambachtsheerlijkheid Zeist en het vervallen middeleeuwse kasteel voor 5.000,00 gulden (ruim € 2.200,00) van de Staten van Utrecht en werd daarom Heer van Zeist. Hij startte met de bouw van een lusthof met medewerking van de architecten Jacob Roman, Leidse stadsarchitect, later stadhouderlijk architect en Daniël Marot, een Franse hugenoot met internationale faam. Slot Zeist is door Roman ontworpen in het Hollands Classicisme. De zijvleugels en de tuinen van het slot zijn het eerst aangelegd, rond een hoofdas die nog steeds de plattegrond van Zeist bepaalt. De tuin, als een in de natuur geconstrueerde voortzetting van de architectuur, als metafoor van de plaats van de mens (de stichter) op aarde, is aangelegd in geometrische figuren met verfijnde broderies en beelden. De beeldengroep aan de slotgracht, voorstellende Europa en Afrika en gemaakt door de Antwerpse beeldhouwer Albertus Xaverij, herinnert aan die filosofie. Deze beeldengroep had een pendant voorstellende Azië en Amerika. In 1686 is de bouw van het slot voltooid. De jaren daarna is het slot van de ene op de andere erfgenaam overgegaan en toen deze het niet meer betalen konden werd het slot aan kooplieden verkocht. Er kwam een evangelische broedergemeente de Hernhutters in. Dat heeft zo tot 1818 geduurd en toen kwam de evangelische Lutherse gemeente erin. In 1830 werd het slot weer verkocht aan Jonckheer Huydecooper die het in 1867 weer verkochten aan LaBouchere. U ziet er is niets nieuws onder de zon. De dure onroerende zaken gingen toen en nog steeds van hand tot hand, zo schijn je rijk te worden. In 1924 kocht de gemeente Zeist het. Er zijn militairen ingekomen, werkelozen voor een project, later weer slachtoffers van de watersnoodramp. En vervolgens weer een restauratie. En dat heeft met diverse openingen en weer restauratie en renovatie tot zowat nu geduurd. Uiteindelijk heeft het ons aardig wat gekost. Dus niet zo gek, dat het tussen mijn oren een duur en luxe...
Read moreThere's a lot of history to be learned here at this picturesque castle. It's certainly worth a visit to see the outside, and perhaps pop in to the cafe for a coffee.
The interior is a bit disappointing; somewhat dilapidated with little classical furniture, it just feels empty and falling apart. The only reason to pay a visit would be on one of the many musical performances, as the acoustics are warm and fitting.
The cafe misses atmosphere with plain wooden tables and chairs in two echoing and...
Read moreThe town of Zeist has a remarkable atypical centre which consists of a 17th century mansion (1686 Dutch Classicism by Jacobus Roman) and a park in which the Moravian brethren (Hernhutters, Unitas Fratrum) has build a Sisters' House and a Brothers' House in Dutch Classicist architecture in the 18th century. It reminds one of St. Petersburg, Versailles & Amsterdam, because of its impressive layout. Zeist is not a touristic place, but when you love Dutch heritage & architecture this...
Read more