I was not originally going to check out a museum devoted to music and musical instruments, since I don't really have musical talent and don't play much of anything- so I felt this was not "for me".
I will sound crazy, but I paid admission and entered because I was desperate for some wifi, since I didn't have cell service and I needed to use my map app! I was a little lost, and this was my plan. I am SO happy I did!
This museum has all sorts of instruments on display, and really gives you an incredibly rich history of instruments. You can hear a snippet of everything on display as well, which is a remarkable addition to this museum.
I actually preferred the lower level, where you can see how a bell is made- form the initial sculpting, making the cast, pouring it, revealing it, and then adding the finishing touches. It was INCREDIBLE! I watched the entire video that showed the process, too.
I was basically the only person in the museum when I went, so I had the place to myself. As a result, the gentleman downstairs turned on the large organ that had moveable dancing pieces - and I got to look inside it and at the back, to see HOW it played the music! This was all because of the wonderful man who spoke to me, and showed me things I would never have seen if he didn't offer.
There is also a section showing how brass instruments are made- and there are a ton of horns hanging from the ceiling.
The guard, or worker, went outside for a smoke break and let me follow him so we could continue our chat! I felt so special, and learned so much.
I even left the museum through that secret back door!
It is so unique, and I don't think there is another museum like it- certainly not housed in such a...
Read moreOpen van donderdag tot zondag. Halle in gotische stijl gebouwd door het gilde van de Beenhouwers, dat hiervoor in 1500 het privilegie verkreeg van Filips de Schone. Het nieuwe Vleeshuis verving het te klein geworden oude Vleeshuis op de dezelfde plaats, dat na 1250 door de stedelijke overheid was opgetrokken, in opdracht van Hendrik II van Brabant. De bouw werd in 1501 aangevat onder leiding van bouwmeester Herman de Waghemakere de Oude, na diens dood in 1502 vermoedelijk voortgezet door zijn zoon Domien de Waghemakere, en voltooid in 1504. Metselaar Jan Van Breen die de werken uitvoerde, overleed nog voor het gebouw voltooid was. De hardstenen onderdelen dragen steenhouwersmerken die mogelijk zijn toe te schrijven aan de familie Le Prince uit Ecaussines. De hoge, overwelfde benedenverdieping bood ruimte aan 62 slagersbanken voor de verkoop van vlees, en de gildekapel met sacristie aan de westzijde. Op de bovenverdieping ontsloten door de vijf traptorens, bevond de raadszaal of ambachtskamer zich in de zuidbeuk, en de zogenaamde “ruet-kamer” voor het smelten van vet in de noordbeuk. Volgens de overlevering dienden de kelders, toegankelijk via de overwelfde doorgang aan de Burchtgracht, voor het slachten en versnijden van het vlees, waaraan de naam Bloedberg ontleend is. De immense zolders hadden geen andere functie dan opslagruimte. Uit iconografische bronnen valt af te leiden dat de centrale traptoren aan de zuidzijde van het Vleeshuis tussen 1518 en 1565 werd verhoogd naar het model van de vier hoektorens. Tussen de steunberen bevonden zich kleine constructies als cijns- en penshuisjes voor de verkoop van slachtafval. Door het stelselmatig overwelven en bebouwen van de Burchtgracht, was de westgevel tegen het einde van de 18de eeuw volledig ingebouwd.
Na het opheffen van gilden en ambachten door het Franse bewind in 1795, werd het Vleeshuis in 1799 als Nationaal Goed openbaar verkocht. Een collectief van 29 leden van het oude beenhouwersambacht wist het gebouw terug te kopen, en opnieuw als vleeshal in dienst te nemen. Meerdere schilders waaronder Hendrik Raphael Schaeffels, Cornels Sels, Gustave Wappers en Nicaise de Keyser richtten in de eerste helft van de 19de eeuw hun ateliers in op de bovenverdieping. In 1841 verkochten de slagers het Vleeshuis aan Jean Daniel Peyrot-Van Bommel, eigenaar van “Den Wolsack” aan de Oude Beurs. Hij gebruikte het gebouw als opslagplaats voor zijn wijnhandel, en liet tussen 1841 en 1843 de nodige instandhoudings- en verbouwingswerken uitvoeren. Vier marmeren vloerplaten met dierenfiguren uit de ambachtskamer kwamen in de hal van “Den Wolsack” terecht. Onder impuls van schepen voor Schone Kunsten Frans Van Kuyck wist de Stad Antwerpen in 1899 het Vleeshuis voor een bedrag van 300.000 Belgische frank aan te kopen van de familie Peyrot. Een eerdere poging op initiatief van stadsarchivaris Pierre Génard was in 1880 gestrand op de vraagprijs. Het zou echter nog tot 1901 duren vooraleer de familie Peyrot en haar huurders het gebouw...
Read moreThis museum aims to convey the sounds, music and dance of historic Antwerp. There is an amazing collection of ancient musical instruments. You can listen to some of the instruments and get information by using the link to your mobile phone. We were asked to turn the volume of the audio down despite being the only visitors in the museum. I couldn't find any audio reference to the singing, music and dance of poorer people, although I am sure folk and work songs must have existed in Antwerp. There is very little dance represented apart from a black and white film on a loop. It would be great to have a "soundscape" of the city with the sounds of the river, boatmen, cries of street sellers, noises of the animals etc. as this aural side of history is often missed and yet cities would have sounded...
Read more